ECLI:NL:HR:2010:BJ9352
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en oneerlijke concurrentie in het selectieve distributiestelsel van Alfa Romeo
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 januari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door ARN (Alfa Romeo Nederland B.V.) tegen [verweerder] c.s. De zaak betreft een geschil over onrechtmatige daad en oneerlijke concurrentie binnen het selectieve distributiestelsel van Alfa Romeo. ARN had in kort geding gevorderd dat [verweerder] c.s. zouden worden verboden nieuwe Alfa Romeo-voertuigen te betrekken van een erkende dealer, omdat dit in strijd zou zijn met de contractuele verplichtingen van die dealer. De voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht had de vorderingen van ARN afgewezen, en het gerechtshof te 's-Gravenhage had dit vonnis in hoger beroep bekrachtigd.
De Hoge Raad oordeelde dat het handelen van [verweerder] c.s. niet onrechtmatig was, omdat het niet onrechtmatig is om met iemand te handelen die een contractuele verplichting schendt, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit anders maken. De Hoge Raad concludeerde dat de dealers in het distributiestelsel van ARN en Fiat zich aan hun contractuele verplichtingen moeten houden, en dat de keuze van de distributeur voor bepaalde verkoopstandaarden niet ten laste van de niet-gebonden handelaren kan komen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de interpretatie van onrechtmatige concurrentie en de rechten van distributeurs binnen selectieve distributiestelsels. De Hoge Raad benadrukte dat de keuze van de distributeur voor verkoopstandaarden niet kan leiden tot onrechtmatige concurrentie door niet-gebonden handelaren, zolang deze laatste zich niet schuldig maken aan misleiding of andere onrechtmatige gedragingen.