ECLI:NL:HR:2010:BJ9243
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Noodweer(exces) bij bedreiging tegen het leven gericht
In deze zaak gaat het om een beroep op noodweer(exces) door de verdachte, die op 23 april 2007 in een wijkcentrum in 's-Gravenhage de voorzitter, [slachtoffer], heeft bedreigd met de dood. De Hoge Raad oordeelt dat gedragingen van de verdachte voorafgaand aan de wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer kunnen belemmeren dat een beroep op noodweer(exces) slaagt. De verdachte had de aanval uitgelokt door provocatie, wat leidde tot een confrontatie. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte direct na binnenkomst in het wijkcentrum begon te schelden en weigerde te vertrekken, ondanks verzoeken van het slachtoffer. Dit leidde tot een fysieke confrontatie waarbij het slachtoffer de verdachte met dwang uit het wijkcentrum heeft verwijderd. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof dat de verdachte in zodanige mate aanleiding heeft gegeven tot de handelingen van het slachtoffer, dat dit in de weg staat aan het slagen van het beroep op noodweer(exces). De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep, maar constateert dat de redelijke termijn van de procedure is overschreden, zonder dat hier rechtsgevolgen aan worden verbonden. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is uitgesproken op 2 februari 2010.