Uitspraak
Uitspraak wordt niet gepubliceerd.
ECLI:NL:HR:2010:BI9784
Hoge Raad
- Cassatie
- A-G Niessen
- Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Cassatie over aanloopverlies bij terbeschikkingstelling van een monumentenpand
In deze zaak gaat het om de vraag of belanghebbende, eigenaar van een monumentenpand, recht heeft op het in aanmerking nemen van een aanloopverlies in het jaar 2001, gedurende de periode dat het pand werd gerenoveerd. Belanghebbende verhuurt een gedeelte van het pand aan zijn eigen bv sinds 8 december 2001. Voor deze datum viel het pand in box 3, maar na de verhuur is er sprake van een resultaat uit een werkzaamheid. De Hoge Raad moet beoordelen of het aanloopverlies, dat voortvloeit uit de renovatie van het pand, kan worden meegenomen op basis van artikel 3.10 van de Wet IB 2001.
Zowel het Hof als de Rechtbank Breda hebben geoordeeld dat het aanloopverlies niet in aanmerking kan worden genomen. De wetsgeschiedenis van artikel 3.10 geeft aan dat deze regeling bedoeld is voor kosten en lasten in box 1 die eerder niet in mindering konden worden gebracht omdat onduidelijk was of er sprake was van een bron van inkomen. In dit geval was het pand echter vanaf het begin een bron van inkomen, waardoor het aanloopverlies niet kan worden geaccepteerd.
De Advocaat-Generaal, Niessen, stelt dat artikel 3.10 alleen van toepassing is in situaties waarin er sprake is van een 'groeiproces' en dat de bron van inkomen al in statu nascendi aanwezig moet zijn voordat deze daadwerkelijk tot stand komt. De parlementaire geschiedenis biedt geen duidelijke richtlijnen over de toepassing van artikel 3.10 in relatie tot de terbeschikkingstellingsregeling. De A-G benadrukt dat het aan de rechter is om te bepalen in welke gevallen artikel 3.10 van toepassing is op de terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen.
In deze zaak heeft belanghebbende onbetwist gesteld dat de renovatie van het pand is uitgevoerd met de intentie om het te verhuren aan zijn bv. Dit leidt de Hoge Raad tot de conclusie dat het beroep in cassatie slaagt en dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De uitspraak wordt niet gepubliceerd.