ECLI:NL:HR:2010:BH6375
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Beroep op bindende tariefinlichting en douanerechten in Europees recht
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de uitnodigingen tot betaling van douanerechten aan X B.V. (hierna: belanghebbende) zijn vernietigd. De zaak betreft de vraag of belanghebbende zich kan beroepen op een bindende tariefinlichting die door de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk aan een gelieerde vennootschap is verstrekt. De belanghebbende heeft in de periode van november 2000 tot en met mei 2001 douaneaangiften gedaan voor spelcomputers, waarbij zij een lagere tariefpost heeft opgegeven dan de douaneautoriteiten hebben vastgesteld. De Inspecteur heeft de uitnodigingen tot betaling afgegeven, waarop belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar de Staatssecretaris heeft cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de bindende tariefinlichting, die in een andere lidstaat is afgegeven, ook van toepassing kan zijn voor de belanghebbende, mits deze kan aantonen dat zij in opdracht van de rechthebbende heeft gehandeld. De Hoge Raad heeft vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de uitleg van het communautaire recht met betrekking tot bindende tariefinlichtingen en de rechten van belanghebbenden in dergelijke situaties. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de toepassing van douanerechten en de bescherming van marktdeelnemers in het Europese recht.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.E. van Hilten was dat het incidentele beroep in cassatie ongegrond moest worden verklaard en het principale beroep gegrond. De Hoge Raad heeft de verdere beslissing aangehouden en het geding geschorst totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan.