ECLI:NL:HR:2010:AZ8011
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbeperkingen omzetbelasting en rechtszekerheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de aftrekbaarheid van omzetbelasting door een onderneming, X B.V., die twee personenauto's ter beschikking stelde aan haar werknemers voor zowel zakelijke als privédoeleinden. De belanghebbende had over het tijdvak van 1 december 2002 tot en met 31 december 2002 een bedrag aan omzetbelasting voldaan, waartegen bezwaar was gemaakt. De Inspecteur wees het bezwaar af, waarna het Hof het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende ging in cassatie, waarbij de Advocaat-Generaal concludeerde tot gegrondverklaring van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat de aftrekbeperkingen zoals neergelegd in de Wet op de omzetbelasting en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 niet in strijd zijn met de Europese richtlijnen, mits deze beperkingen betrekking hebben op specifieke goederen en diensten. De Hoge Raad concludeerde dat de regeling van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, ook al was er een wijziging in de aftrekpercentages. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en verleende aan de belanghebbende een teruggaaf van € 235, alsook vergoeding van griffierechten en proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om zich bewust te zijn van de geldende regels omtrent aftrekbaarheid van omzetbelasting en de gevolgen van wijzigingen in beleid door de belastingdienst. De Hoge Raad bevestigde dat het volgen van een bepaalde gedragslijn door de belastingdienst niet automatisch leidt tot een gewettigd vertrouwen dat deze gedragslijn niet zal worden gewijzigd. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van belastingregels en de bescherming van belastingplichtigen tegen onredelijke wijzigingen in beleid.