ECLI:NL:HR:2010:AY7682
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en omzetbelasting na uitnodiging tot betaling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende douanerechten en omzetbelasting. De belanghebbende, X B.V., was op 13 april 2000 uitgenodigd tot betaling van bedragen aan douanerechten en omzetbelasting. Na bezwaar tegen deze uitnodigingen, heeft de Inspecteur zijn uitspraken gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de Tariefcommissie voor de douanerechten en bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor de omzetbelasting. Het Gerechtshof heeft het beroep inzake de douanerechten ongegrond verklaard, maar het beroep inzake de omzetbelasting gegrond verklaard, waardoor de uitspraak van de Inspecteur en de uitnodiging tot betaling van omzetbelasting zijn vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft de belanghebbende cassatie ingesteld, waarbij drie middelen zijn voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en beide partijen hebben gereageerd op een arrest van het Hof van Justitie. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Gerechtshof en de Inspecteur vernietigd voor zover deze betrekking had op de uitnodiging tot betaling van douanerechten. Tevens heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat het griffierecht van € 414 aan de belanghebbende moet vergoeden en de Minister van Financiën moet vergoeden in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1159,20 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de middelen van de belanghebbende behandeld en geconcludeerd dat middel 1 slaagt op gronden die zijn vermeld in een eerder arrest, terwijl middel 3 niet tot cassatie kan leiden. De uitspraak van het Gerechtshof kan niet in stand blijven, en middel 2 behoeft geen verdere behandeling. De Minister van Financiën wordt veroordeeld in de proceskosten, waarbij rekening is gehouden met samenhangende zaken.