ECLI:NL:HR:2010:AY7677
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en omzetbelasting na vernietiging door Gerechtshof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2010 het beroep in cassatie van X B.V. gegrond verklaard. De zaak betreft een uitnodiging tot betaling van douanerechten en omzetbelasting, die op 28 februari 2000 aan de belanghebbende was verzonden. Na bezwaar tegen deze uitnodigingen heeft de Inspecteur zijn uitspraken gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de Tariefcommissie voor de douanerechten en bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor de omzetbelasting. Het Gerechtshof heeft het beroep inzake de douanerechten ongegrond verklaard, maar het beroep inzake de omzetbelasting gegrond verklaard, waardoor de uitspraken van de Inspecteur en de uitnodigingen tot betaling van omzetbelasting zijn vernietigd.
De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop de belanghebbende een conclusie van repliek heeft gegeven. De Staatssecretaris heeft hierop gereageerd met een conclusie van dupliek. De Advocaat-Generaal W. de Wit heeft in zijn conclusie van 13 juli 2006 geadviseerd het beroep in cassatie gegrond te verklaren. Partijen hebben ook schriftelijk gereageerd op een arrest van het Hof van Justitie van 2 juli 2009.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur vernietigd voor zover deze betrekking hebben op de uitnodigingen tot betaling van douanerechten. Tevens heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat aan de belanghebbende het griffierecht van € 414 vergoedt en de Minister van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 1159,20. De Hoge Raad heeft de zaak afgedaan, waarbij middel 1 is gehonoreerd en middel 2 geen behandeling behoeft. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven, en middel 3 leidt niet tot cassatie.