ECLI:NL:HR:2009:BK5192
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en herinvesteringsreserve
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda, waarin een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2003 werd gehandhaafd. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag. Hierop volgde een beroep bij de Rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende ging vervolgens in cassatie.
De Hoge Raad beoordeelt de klachten van de belanghebbende met betrekking tot de afboeking van een herinvesteringsreserve. De Rechtbank had geoordeeld dat bij de afboeking van een herinvesteringsreserve, die is gevormd ter zake van de vervreemding van een bedrijfsmiddel, de eis van eenzelfde economische functie geldt. Dit oordeel werd door de Hoge Raad bevestigd. De Hoge Raad oordeelt dat er geen discrepantie is tussen de tekst van artikel 3.54, lid 4, van de Wet IB 2001 en de bedoeling van de wetgever.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en oordeelt dat de klachten van de belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad ziet geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 4 december 2009, en is gewezen door de raadsheer C.B. Bavinck als voorzitter, samen met de raadsheren A.R. Leemreis en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.