ECLI:NL:HR:2009:BK4875
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake verzekeringsplicht motorrijtuigen na total loss
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 december 2009 uitspraak gedaan over een herzieningsverzoek van een eerder vonnis van de Kantonrechter in Dordrecht. De aanvrager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.S. Nan, had verzocht om herziening van een vonnis waarbij hij was veroordeeld tot twee weken hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden. De veroordeling was gebaseerd op het niet hebben van een verzekering voor zijn motorrijtuig, terwijl het kenteken nog steeds op zijn naam stond.
De aanvrager voerde aan dat zijn auto, met kenteken [AA-00-BB], al in 2005 of 2006 was gedemonteerd en dat hij de papieren van deze demontage kwijt was geraakt. Hij stelde dat de verzekeringsplicht verviel zodra het voertuig total loss was. De Hoge Raad oordeelde echter dat de verzekeringsplicht niet automatisch vervalt bij demontage of total loss van een voertuig. De wet vereist dat de kentekenhouder verzekerd blijft zolang het kenteken geldig is, tenzij de verzekering op een formele manier is opgeheven.
De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrager niet voldoende bewijs had geleverd dat de verzekeringsplicht niet meer van toepassing was. De aanvrage tot herziening werd dan ook afgewezen, omdat de argumenten van de aanvrager niet konden leiden tot een andere uitkomst dan de eerdere veroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de verzekeringsplicht onder de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, zelfs als het voertuig niet meer in gebruik is.