ECLI:NL:HR:2009:BK4831

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02394 UA
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering en openbaarheidsvereisten in het Nederlands-Antilliaans Uitleveringsbesluit

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een einduitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, met betrekking tot een uitleveringsverzoek van de autoriteiten van de Republiek Frankrijk. De opgeëiste persoon, geboren in 1967, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring 'Point Blanche' te Sint Maarten. Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon, vertegenwoordigd door mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beslissing en terugwijzing naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

De Hoge Raad heeft op 22 december 2009 geoordeeld dat de einduitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad oordeelt dat er een schending heeft plaatsgevonden van artikel 14 van het Nederlands-Antilliaans Uitleveringsbesluit, omdat uit het proces-verbaal van de zitting van 16 april 2009 niet blijkt dat de behandeling van de zaak in het openbaar heeft plaatsgevonden. Dit is een essentieel vereiste, tenzij er gewichtige redenen zijn om de zitting met gesloten deuren te houden, wat in dit geval niet is aangetoond.

De Hoge Raad vernietigt de bestreden einduitspraak en wijst de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, zodat de toelaatbaarheid van de verzochte uitlevering opnieuw kan worden beoordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van de openbaarheidsvereisten in het uitleveringsproces en de gevolgen van het niet naleven daarvan.

Uitspraak

22 december 2009
Strafkamer
Nr. 09/02394 UA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een einduitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 13 mei 2009, nummer HAR-36/2009, op een verzoek van de autoriteiten van de Republiek Frankrijk tot uitlevering van:
[De opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring "Point Blanche" te Sint Maarten (Nederlandse Antillen).
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beslissing en tot terugwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1. Het middel klaagt over schending van art. 14 Nederlands-Antilliaans Uitleveringsbesluit op de grond dat uit het proces-verbaal van het onderzoek ter zitting van het Hof van 16 april 2009 niet blijkt dat de behandeling van de zaak in het openbaar heeft plaatsgevonden.
2.2. In het eerste lid van voormeld art. 14 is bepaald dat het verhoor van de opgeëiste persoon in het openbaar geschiedt, tenzij deze de behandeling van de zaak met gesloten deuren verlangt, of het Hof, om gewichtige, in het proces-verbaal der zitting te vermelden redenen beveelt dat het verhoor geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren zal plaatsvinden. Dit voorschrift is van zodanige betekenis dat - behoudens toepassing van de genoemde uitzonderingen - de niet-naleving daarvan leidt tot nietigheid van de behandeling van de zaak en van de betrokken beslissing.
2.3. Het proces-verbaal van 's Hofs zitting van 16 april 2009 houdt niet in dat de behandeling van de zaak in het openbaar heeft plaatsgevonden, zodat het ervoor moet worden gehouden dat dit niet is gebeurd, terwijl ook niet blijkt dat toepassing is gegeven aan de voornoemde uitzonderingen. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen lijdt 's Hofs, mede naar aanleiding van die zitting gewezen beslissing aan nietigheid.
2.4. Het middel is terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden einduitspraak niet in stand kan blijven, het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden einduitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba teneinde de toelaatbaarheid van de verzochte uitlevering opnieuw te beoordelen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 22 december 2009.