ECLI:NL:HR:2009:BK3577
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.H. Koster
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beschikking tot voortzetting van inbewaringstelling in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van betrokkene tegen een beschikking van de rechtbank, waarbij een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in een psychiatrisch ziekenhuis is verleend. De officier van justitie had op 7 juli 2009 een verzoek ingediend bij de rechtbank voor deze machtiging, onderbouwd met een geneeskundige verklaring. De rechtbank heeft op 10 juli 2009, na het horen van betrokkene en een arts-assistent, de machtiging verleend voor de periode van 10 juli 2009 tot 31 juli 2009. Betrokkene heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 22 december 2009 geoordeeld dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is. De reden hiervoor is dat de geldigheidsduur van de verleende machtiging op 31 juli 2009 is verstreken, waardoor betrokkene geen belang meer heeft bij haar beroep. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, strekte tot niet-ontvankelijkverklaring van betrokkene in haar cassatieberoep. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en verklaart betrokkene niet-ontvankelijk in haar beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van de geldigheidsduur van machtigingen in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door vice-president F.H. Koster, en de zaak is behandeld door de vice-president J.B. Fleers en de raadsheren E.J. Numann en J.C. van Oven.