ECLI:NL:HR:2009:BK3076
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- F.H. Koster
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de totstandkoming van een overeenkomst en de gevolgen van een borgersbrief buiten termijn
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], op 6 juni 2005 verweerder, eveneens wonende te [woonplaats], gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch. Eiser vorderde dat de rechtbank voor recht zou verklaren dat er een overeenkomst bestond tussen hem en verweerder, waarbij verweerder verplicht was een percentage van de inkomsten uit de exploitatie van zandgroeven annex stortputten aan eiser te betalen. Tevens vorderde eiser schadevergoeding wegens niet-nakoming van de verbintenis. De rechtbank heeft op 20 september 2006 de vorderingen van eiser afgewezen. Eiser ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 27 januari 2009 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
In cassatie heeft verweerder geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft in zijn conclusie op 6 november 2009 ook tot verwerping van het beroep geadviseerd, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Eiser heeft op 27 november 2009 schriftelijk gereageerd op deze conclusie, maar deze reactie kwam meer dan twee weken na de conclusie binnen bij de Hoge Raad, waardoor deze niet in behandeling kon worden genomen. De Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 358,38 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest op 22 december 2009 geoordeeld dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.