ECLI:NL:HR:2009:BK2866
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Beroep op nietigheid van de inleidende dagvaarding in strafzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het onttrekken van meerdere voertuigen aan beslag. De Hoge Raad behandelt de klacht van de verdachte dat de inleidende dagvaarding nietig is, omdat de tenlastelegging volgens hem onvoldoende feitelijke omschrijving biedt van de verweten gedraging. De verdediging stelt dat de term 'onttrekken' niet duidelijk genoeg is zonder nadere feitelijke invulling. Het Hof heeft dit verweer verworpen en geoordeeld dat de tenlastelegging voldoende feitelijk en duidelijk is omschreven. De Hoge Raad bevestigt deze conclusie en oordeelt dat de gebruikte termen 'beslag' en 'onttrekken' voldoende feitelijke betekenis hebben. De Hoge Raad wijst erop dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, maar verbindt hieraan geen rechtsgevolg. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte.