ECLI:NL:HR:2009:BK2707

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01382
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bijzondere voorwaarde verbonden aan voorwaardelijk opgelegde straf

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 18 februari 2008 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1988, had een beroep ingesteld tegen de beslissing van het hof. De advocaat van de verdachte, mr. J. Kuijper, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Volgens artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken op 10 november 2009 door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.

Uitspraak

10 november 2009
Strafkamer
nr. 08/01382
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 februari 2008, nummer 23/002616-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsvrouwe heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 10 november 2009.