ECLI:NL:HR:2009:BK2136

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02438
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbeurdverklaring van inbeslaggenomen geldbedrag in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1962 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Veenhuizen', was in hoger beroep veroordeeld voor het opzettelijk binnenbrengen van een hoeveelheid cocaïne in Nederland. Het Gerechtshof had onder andere een geldbedrag van $ 3.400,- verbeurd verklaard, dat in beslag was genomen. De advocaat van de verdachte, mr. J.M. Lintz, stelde cassatie in en voerde aan dat de motivering voor de verbeurdverklaring van het geldbedrag ontbrak. De Advocaat-Generaal Knigge concludeerde tot vernietiging van de verbeurdverklaring en een aanpassing van de opgelegde gevangenisstraf.

De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof dat het bewezenverklaarde met behulp van het inbeslaggenomen geldbedrag was begaan of voorbereid, zonder nadere motivering niet begrijpelijk was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de uitspraak van het Hof in stand blijven. Dit arrest benadrukt het belang van een deugdelijke motivering bij verbeurdverklaringen in strafzaken.

Uitspraak

15 december 2009
Strafkamer
nr. 08/02438
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 augustus 2007, nummer 23/003999-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Veenhuizen, locatie Esserheem" te Veenhuizen.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.M. Lintz, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest ten aanzien van de beslissing tot verbeurdverklaring van het geldbedrag van $ 3.400,- en op dit punt tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen, alsmede tot vernietiging van het bestreden arrest ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering van die straf in de mate die de Hoge Raad goeddunkt en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt over de motivering van de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag van $ 3.400,-.
2.2. Het Hof heeft verbeurdverklaard de navolgende inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een oranje rolkoffer, een vliegticket, twee instapkaarten, 3400 US Dollar, een bagagelabel en een kledingstuk.
2.3. De bestreden uitspraak houdt dienaangaande het volgende in:
"De hierna als zodanig te melden inbeslaggenomen voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurdverklaard en zijn daarvoor vatbaar aangezien het bewezengeachte met behulp van die voorwerpen is begaan of voorbereid. Het hof gaat er hierbij met de advocaat-generaal van uit dat onder verdachte een bedrag van 3400 USD in beslaggenomen is."
2.4. In aanmerking genomen dat ten laste van de verdachte is bewezenverklaard - zakelijk weergegeven - dat hij opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, is het oordeel van het Hof dat het bewezenverklaarde met behulp van het in het middel bedoelde geldbedrag is begaan of voorbereid, zonder nadere, doch ontbrekende, motivering niet begrijpelijk.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 15 december 2009.