ECLI:NL:HR:2009:BK2119
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake teruggave van inbeslaggenomen brommer
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure betreffende de teruggave van een inbeslaggenomen brommer. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam, waarin het klaagschrift van de klager, die zijn brommer had uitgeleend, ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de klager redelijkerwijs kon vermoeden dat zijn brommer zou worden gebruikt voor een strafbaar feit, aangezien hij wist dat een bekende van hem, [betrokkene 2], van plan was een overval te plegen. De klager had echter aangevoerd dat er geen bewijs was dat hij zich bewust was van het feit dat zijn brommer voor deze overval zou worden gebruikt.
De Hoge Raad oordeelt dat de motivering van de rechtbank onvoldoende is. De rechtbank heeft niet duidelijk gemaakt op basis van welke feiten de klager redelijkerwijs had moeten vermoeden dat zijn brommer voor een strafbaar feit zou worden gebruikt. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters, vooral in zaken die de rechten van individuen raken, zoals de teruggave van inbeslaggenomen goederen.