ECLI:NL:HR:2009:BK1795

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/13119
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake veroordeling tot betaling aan benadeelde partijen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 29 oktober 2007 is gewezen. De verdachte, geboren in 1965, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de veroordeling tot betaling van bedragen aan benadeelde partijen. De advocaat van de verdachte, mr. J.-F. Grégoire, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend voor wat betreft de veroordelingen tot betaling aan de benadeelde partijen. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere veroordeling van het Gerechtshof in stand blijft. Het arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.P. Balkema en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken op 3 november 2009.

Uitspraak

3 november 2009
Strafkamer
nr. 07/13119
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 oktober 2007, nummer 22/006068-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.-F. Grégoire, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, doch uitsluitend voor wat betreft 's Hofs veroordelingen van verzoeker tot betaling van de te vergoeden bedragen aan de benadeelde partijen, tot nietigverklaring daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 3 november 2009.