ECLI:NL:HR:2009:BK0916
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en de zelfstandigheid van diensten bij crematieplechtigheden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende naheffingsaanslagen in de omzetbelasting die aan belanghebbende, een crematorium, waren opgelegd. De naheffingsaanslagen betroffen de tijdvakken van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2001 en van 1 augustus 2002 tot en met 31 augustus 2002. Na bezwaar tegen deze aanslagen heeft de Inspecteur de aanslagen gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende een crematorium exploiteert waarin ook een restaurant is gevestigd. In dit restaurant worden koffietafels aangeboden in samenhang met crematieplechtigheden, waarvoor een afzonderlijke vergoeding wordt gevraagd. De Hoge Raad oordeelt dat wanneer een belastingplichtige verschillende diensten aanbiedt, zoals een crematie en het verzorgen van een koffietafel, deze diensten normaal gesproken als onderscheiden en zelfstandig moeten worden beschouwd. De aangeboden koffietafel is optioneel en niet zodanig verbonden met de crematie dat deze als één dienst voor de omzetbelasting moet worden aangemerkt.
De Hoge Raad concludeert dat de dienst van het verzorgen van een koffietafel een horecadienst is en niet valt onder de vrijstelling van artikel 11, lid 1, letter h, van de Wet op de omzetbelasting 1968. Op basis van deze overwegingen verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en de naheffingsaanslagen, en gelast de Staat om de kosten van het geding te vergoeden aan belanghebbende. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende.