ECLI:NL:HR:2009:BK0887
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de tenuitvoerlegging van de ontzegging van de rijbevoegdheid en bewijsvoering van uitreiking
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het besturen van een motorrijtuig terwijl hem de rijbevoegdheid was ontzegd. De Hoge Raad behandelt de vraag of de ontzegging van de rijbevoegdheid correct is tenuitvoergelegd, met name of het schrijven dat de ontzegging meedeelt aan de verdachte in persoon is uitgereikt. De verdachte heeft aangevoerd dat er geen bewijs is dat het schrijven aan hem is betekend, en dat de ontzegging daarom niet kan worden vastgesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de opvatting dat alleen een akte van uitreiking als bewijs kan dienen, geen steun vindt in het recht. Het Hof heeft op basis van de beschikbare bewijsmiddelen vastgesteld dat het schrijven aan de verdachte in persoon is uitgereikt en dat de ontzegging van de rijbevoegdheid is ingegaan vóór de datum van het tenlastegelegde feit. De Hoge Raad concludeert dat het middel faalt en dat de redelijke termijn van de procedure is overschreden, maar verbindt hieraan geen rechtsgevolg. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Hof.