ECLI:NL:HR:2009:BK0873
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid en regres tussen verzekeraars na verkeersongevallen
In deze zaak gaat het om de financiële afwikkeling tussen de verzekeraars London Verzekeringen N.V. en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. naar aanleiding van twee verkeersongevallen waarbij [betrokkene 1] betrokken was. Delta Lloyd heeft London gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, met de eis dat London voor 50% bijdraagt aan de schade die Delta Lloyd aan [betrokkene 1] heeft vergoed na het tweede ongeval. De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat beide verzekeraars hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die het gevolg is van beide ongevallen, en dat de schade moet worden verdeeld in gelijke delen, tenzij bijzondere omstandigheden dit vereisen.
De rechtbank heeft in haar eindvonnis geoordeeld dat de schade die na het tweede ongeval is ontstaan, niet kan worden toegeschreven aan slechts één van de ongevallen, en dat de gehele schade moet worden aangemerkt als 'mengschade'. Dit betekent dat zowel Delta Lloyd als London voor gelijke delen moeten bijdragen aan de schadevergoeding aan [betrokkene 1]. London heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar het gerechtshof heeft de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd. London heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof terecht heeft vastgesteld dat London en Delta Lloyd hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade en dat de verdeling van de schade in gelijke delen gerechtvaardigd is. De Hoge Raad heeft het beroep van London verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest bevestigt de toepassing van de regels omtrent hoofdelijke aansprakelijkheid en regres in het verbintenissenrecht, met specifieke verwijzingen naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek.