ECLI:NL:HR:2009:BK0281
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Verfijnde fosfaatheffing en bewijslast bij naheffingsaanslag
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de verfijnde fosfaatheffing die aan belanghebbende is opgelegd over het jaar 2002. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij de Rechtbank te Haarlem. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Belanghebbende ging vervolgens in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de naheffingsaanslag alsmede de uitspraak van de Inspecteur vernietigde. De Minister heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat het middel van de Minister faalt. Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de leveringen van meststoffen, zoals vermeld in de afleveringsbewijzen, daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Belanghebbende heeft de leveringen met bepaalde bonnummers betwist, en het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur niet voldoende bewijs heeft geleverd om de hoeveelheid aangevoerde meststoffen te onderbouwen. De Hoge Raad bevestigt dat de bewijslast correct is verdeeld en dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk is.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelt de Minister in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 16 oktober 2009 en is openbaar uitgesproken.