2.2. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep hebben de betrokkene en zijn raadsman het volgende verklaard en aangevoerd:
"Ter toelichting op de bezwaren van de veroordeelde tegen het aangevallen vonnis, verklaart de raadsman als volgt:
De rechtbank heeft in het vonnis overwogen dat in de in het ontnemingsrapport van de Regiopolitie Midden en West Brabant, divisie Recherche, Unit Recherche expertise, bureau financiële recherche gehanteerde rekenmethode en de daarin gerelateerde feiten en omstandigheden geen wezenlijke fouten heeft kunnen vaststellen. Ik kan mij in die stelling niet vinden.
Het omkatten van auto's geschiedt door een gestolen auto te voorzien van een andere identiteit, welke identiteit vaak afkomstig is van een autowrak. Er is in het rapport wel rekening gehouden met de kosten, die zijn gemoeid met de inkoop van autowrakken, maar er is geen rekening gehouden met de kosten, die zijn gemoeid met de aankoop van de van diefstal afkomstige auto's. Mijn cliënt is persoonlijk op geen enkele wijze betrokken geweest bij de diefstal van auto's. Het is derhalve aannemelijk dat mijn cliënt kosten heeft moeten maken om in het bezit van die auto's te kunnen komen. Deze kosten varieerden tussen de EUR 2.000,-- en EUR 2.500,--. Hij heeft niet eerder over deze kosten verklaard, omdat hij niemand wilde belasten. Mijn cliënt heeft voorts verklaard dat de medeverdachten in deze zaak door hem zijn betaald voor het uitvoeren van de omkatwerkzaamheden. De kosten hiervan varieerden tussen de EUR 500,-- en EUR 700,--.
Op vragen van de voorzitter verklaart de veroordeelde als volgt:
De in het rapport genoemde kosten met betrekking tot de inkoop van autowrakken zijn juist, maar er is geen rekening gehouden met alle door mij in verband met het omkatten gemaakte kosten. Ik heb ook kosten gemaakt door de inkoop van de gestolen auto's. Met die kosten moet mijn inziens ook rekening worden gehouden.
Het is juist dat ik gestolen auto's inkocht. Ik kocht die auto's van verschillende personen. Het daadwerkelijke omkatten werd door anderen gedaan. Dat kostte mij gemiddeld tussen de 500 en 700 Euro per auto. Deze kosten waren zo hoog, omdat ook voor de anderen risico's aan de werkzaamheden waren verbonden. Het was immers illegaal werk. Het is nu echter te lang geleden om te kunnen zeggen wat per auto de kosten van de inkoop zijn geweest.
Op vragen van de oudste raadsheer verklaart de verdachte als volgt:
U houdt mij voor dat ik tot op de dag van vandaag altijd heb verklaard dat ik met de hele zaak niets te maken had. Dat is juist. Het is eveneens juist dat ik altijd heb gezegd dat mijn medeverdachten allemaal leugens vertelden. U vraagt mij waarom ik vandaag voor het eerst mijn standpunt wijzig. Ik zou graag zien dat het bedrag, dat ik aan de staat zou moeten betalen, naar beneden wordt bijgesteld. Ik vind geld belangrijk. Als ik van te voren had geweten hoe het zou lopen, had ik vanaf het begin de waarheid verteld. Ik heb er nu spijt van dat ik niet eerlijk ben geweest. U vraagt mij of ik iets kan overleggen waarmee ik de door mij gestelde kosten kan staven. Ik kan dat niet.
(...)
De raadsman voert het woord tot verdediging en pleit daartoe als volgt:
(...)
Met betrekking tot de zogenaamde 'helingzaak' wens ik het volgende naar voren te brengen.
De onvrede van mijn cliënt met betrekking tot het onherroepelijk geworden arrest van het gerechtshof kan niet worden weggenomen. Dat wat door het hof in dat arrest is vastgesteld door de bewezenverklaring dient rechtens als feit te worden aangenomen. Het is daarom begrijpelijk dat mijn cliënt thans als veroordeelde in de onderhavige ontnemingszaak een andere procespositie inneemt dan als verdachte ten tijde van de behandeling van de hoofdzaak.
De rechtbank is in haar ontnemingsbeslissing uitgegaan van een min of meer leidende rol van mijn cliënt. De door mij aan het begin van de onderhavige behandeling gemaakte opmerkingen zijn mij ingegeven door mijn cliënt. Ik miste in de berekening van de rechtbank kostenposten. Zij heeft daarmee ten onrechte geen rekening gehouden. Het is een feit van algemene bekendheid dat in de handel in gestolen auto's kosten worden gemaakt in verband met de aanschaf van gestolen auto's. Die gestolen auto's had mijn cliënt nodig voor het omkatten. Als hij de dieven van de auto's niet de juiste prijs zou geven voor de auto's, zouden zij bij een andere koper hun heil hebben gezocht. Als dit al geen feit van algemene bekendheid is, dan is het op zijn minst zeer aannemelijk. Bij gebreke van een administratie, waaruit per bewezen verklaarde zaak het inkoopbedrag van de betrokken auto blijkt, kan ik geen specifieke bedragen aan het hof als kostenpost overleggen. De door mijn cliënt gestelde gemiddelde inkoopprijs per auto komt op mij echter wel aannemelijk voor. Ook de kosten, die waren gemoeid met de omkatwerkzaamheden door medewerkers, zijn wat mij betreft aannemelijk. Het is logisch dat de medewerkers, die de feitelijke omkatwerkzaamheden verrichtten betaald wilden worden en het lijkt mij een feit van algemene bekendheid dat de hiermee gemoeide kosten hoger uitvallen dan bij gebruikelijke monteurswerkzaamheden vanwege de risico's.
Bij de berekening van het geschatte voordeel uit het omkatten van gestolen auto's dient derhalve per auto een bedrag tussen de EUR 500,-- en EUR 1.500,-- in mindering te worden gebracht op de geschatte opbrengst. Behoudens deze opmerkingen kan de berekening plaatsvinden conform de rechtbank."