ECLI:NL:HR:2009:BJ9270
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Beroep op verontschuldigbare dwaling in hennepafvalzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1963 en woonachtig te [woonplaats], was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid hennepafval. De verdachte had zich beroepen op verontschuldigbare dwaling, omdat zij informatie had ontvangen van wijkagent [verbalisant 1] over de aanwezigheid van hennepafval. Het Hof oordeelde echter dat de verdachte niet gerechtvaardigd mocht afgaan op deze informatie, omdat de wijze van aanwezig hebben van het hennepafval afweek van wat de verdachte had aangenomen. De wijkagent had aangegeven dat het hennepafval in afvalzakken werd ingeleverd en ter vernietiging in containers werd gedeponeerd, maar de bewezenverklaring betrof een situatie waarin het hennepafval werd gedroogd en vermalen in keukenmachines. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat het beroep op verontschuldigbare dwaling niet op juiste gronden was verworpen. De Hoge Raad verwierp het beroep en oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste interpretatie van informatie van opsporingsambtenaren en de verantwoordelijkheid van de verdachte om te verifiëren of haar handelingen rechtmatig waren.