ECLI:NL:HR:2009:BJ9077
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake strafzaak met vermindering van taakstraf en vervangende hechtenis
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 21 februari 2007 is gewezen. De verdachte, geboren in 1978, heeft beroep ingesteld tegen de opgelegde straf. De advocaat van de verdachte, mr. F.A. ten Berge, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, specifiek wat betreft de hoogte van de opgelegde straf, en heeft verzocht om vermindering van die straf. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend met betrekking tot het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft het aantal uren taakstraf verminderd tot 180 uren en de duur van de vervangende hechtenis tot 90 dagen. Het beroep is voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 RO, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. Aangezien er meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep, is de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, overschreden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de aan de verdachte opgelegde taakstraf van tweehonderd uren te verminderen, met als gevolg dat de nieuwe taakstraf 180 uren bedraagt, met een subsidiaire vervangende hechtenis van 90 dagen.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat, nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden en er geen andere gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak, de beslissing als volgt moet worden genomen. Het arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en is uitgesproken op 24 november 2009.