ECLI:NL:HR:2009:BJ9064
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verjaring van rechtsvordering tot opheffing van een met een erfdienstbaarheid strijdige toestand
In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], een rechtsvordering ingesteld tegen verweersters, [verweerster 1] en [verweerster 2], met betrekking tot een erfdienstbaarheid die in 1921 was gevestigd. De eisers vorderden dat de rechtbank zou verklaren dat de erfdienstbaarheid van uitgang naar en van de [a-straat] door een poort van 1 meter breed door non-usus was vervallen, of dat deze erfdienstbaarheid door verjaring van de rechtsvordering tot opheffing van de met de erfdienstbaarheid strijdige toestand was tenietgegaan. De rechtbank te Haarlem heeft in een tussenvonnis van 28 maart 2000 een comparitie van partijen gelast, die op 10 juli 2000 heeft plaatsgevonden. Na getuigenverhoren en verder procesdebat heeft de rechtbank op 7 mei 2003 de vordering in conventie afgewezen en in reconventie eisers veroordeeld tot het verwijderen van belemmeringen voor het ongestoord gebruik van de erfdienstbaarheid. Eisers hebben hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 28 september 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit eindarrest hebben eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 6 november 2009 het beroep in cassatie verworpen en eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.