ECLI:NL:HR:2009:BJ8839
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opschortingsrecht bij parkbijdragen en verplichting tot rekening en verantwoording
In deze zaak heeft Delta Park Beheer B.V. (hierna: Delta Park) een vordering ingesteld tegen een verweerder, die niet is verschenen, met betrekking tot onbetaalde parkbijdragen voor de jaren 2003 en 2004. Delta Park had de verweerder gedagvaard voor de rechtbank Rotterdam, waar de kantonrechter de vordering afwees. Delta Park ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat het vonnis van de kantonrechter bevestigde. Delta Park heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 4 december 2009 de vraag behandeld of de verweerder zijn verplichting tot betaling van de parkbijdragen mocht opschorten. De verweerder beriep zich op een opschortingsrecht, omdat Delta Park volgens hem niet voldeed aan haar verplichtingen om inzage te geven in de besteding van de door haar ontvangen parkbijdragen. De Hoge Raad oordeelde dat, hoewel in de algemene voorwaarden geen expliciete verplichting tot inzage was opgenomen, uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat Delta Park wel degelijk gehouden is om aan de verweerder rekening en verantwoording af te leggen over de besteding van de parkbijdragen.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd de verweerder in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een duidelijke communicatie en transparantie tussen partijen in overeenkomsten, vooral als het gaat om financiële verplichtingen en de besteding daarvan.