ECLI:NL:HR:2009:BJ8566
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een uitspraak wegens het ontbreken van pleitnotities in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door mr. G.A. Jansen, advocaat te Amsterdam. De zaak betrof een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de betrokkene, geboren in 1972, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats was.
De kern van de zaak was het ontbreken van de pleitnotities die door de raadsvrouw van de betrokkene tijdens de terechtzitting in hoger beroep waren overgelegd. Het proces-verbaal van de zitting vermeldde dat de raadsvrouw het woord tot verdediging voerde aan de hand van deze pleitnotities, maar deze ontbraken in de stukken die aan de Hoge Raad waren toegezonden. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of er meer verweren waren gevoerd dan in het bestreden arrest waren genoemd, noch of er uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren waren gebracht.
De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad oordeelde dat het ontbreken van de pleitnotities een onherstelbaar verzuim opleverde, wat leidde tot de nietigheid van het onderzoek en de daaropvolgende uitspraak. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden berecht en afgedaan.