ECLI:NL:HR:2009:BJ8511
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de berekening van invorderingsrente bij deelbetalingen door belastingplichtige
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen uitspraken van de Rechtbank te Haarlem, die betrekking hebben op beschikkingen inzake invorderingsrente. De belanghebbende had betalingen verricht ter zake van belastingaanslagen, maar deze betalingen waren onvoldoende om zowel de hoofdsom als de invorderingsrente volledig te voldoen. De Ontvanger had een deel van deze betalingen aangemerkt als voldoening van invorderingsrente en had de bedragen vastgesteld volgens de regels van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De belanghebbende maakte bezwaar tegen deze vaststellingen, maar de Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.
In cassatie werd de vraag aan de orde gesteld of de methode van berekening van de invorderingsrente, zoals voorgeschreven door de Uitvoeringsregeling, in strijd is met de Invorderingswet 1990. De Hoge Raad oordeelde dat de wetgever een berekeningswijze voorstond die in overeenstemming is met de artikelen van de Uitvoeringsregeling. De Hoge Raad concludeerde dat de berekeningswijze die door de Ontvanger is toegepast, leidt tot een lagere invorderingsrente dan de methode die de belanghebbende voorstond. De Hoge Raad verwierp het betoog van de belanghebbende dat de bepalingen van de Uitvoeringsregeling onverbindend zijn.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 18 december 2009 en is openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren.