ECLI:NL:HR:2009:BJ8335

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04087
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaren tegen de lijst der geldelijke regelingen in de ruilverkaveling 'Den Ham-Lemele'

In deze zaak heeft [eiser] als reclamant in de ruilverkaveling 'Den Ham-Lemele' op 21 oktober en 17 november 2006 twaalf bezwaren ingediend tegen de lijst der geldelijke regelingen. Deze bezwaren zijn op 7 november 2007 behandeld door de Landinrichtingscommissie, maar hebben niet geleid tot overeenstemming tussen partijen. De rechter-commissaris heeft op 6 december 2007 de bezwaren behandeld, maar ook hier was er geen overeenstemming. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de Rechtbank te Almelo.

De Rechtbank heeft na een plaatsopneming op 25 maart 2008 op 23 juli 2008 uitspraak gedaan. Het vonnis verklaarde bezwaar 10 gegrond en de overige bezwaren ongegrond. De rechtbank bepaalde dat de aanspraak van [eiser] op een vergoeding van € 18.600,-- wegens kavelaanvaardingswerken in de lijst der geldelijke regelingen opgenomen diende te worden. Dit vonnis is aan het arrest gehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij de Landinrichtingscommissie ook werd bijgestaan door mr. R.T. Wiegerink, advocaat bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft op 27 november 2009 het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Landinrichtingscommissie zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De in het middel aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en er was geen noodzaak voor nadere motivering, gezien artikel 81 RO.

Uitspraak

27 november 2009
Eerste Kamer
08/04087
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
DE LANDINRICHTINGSCOMMISSIE VOOR DE RUILVERKAVELING "DEN HAM-LEMELE",
zetelende te Zwolle,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Landinrichtingscommissie.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft als reclamant in de ruilverkaveling "Den Ham-Lemele" bij bezwaarschrift en aanvullend bezwaarschrift van 21 oktober en 17 november 2006 twaalf bezwaren tegen de lijst der geldelijke regelingen ingediend. De bezwaren zijn op 7 november 2007 behandeld door de Landinrichtingscommissie. Die behandeling heeft ten aanzien van de bezwaren 1-5, 7,8 en 10-13 niet tot overeenstemming tussen partijen geleid. Ook de rechter-commissaris, die deze bezwaren heeft behandeld op 6 december 2007, heeft ten aanzien daarvan geen overeenstemming tussen partijen kunnen bewerkstelligen, waarna hij partijen heeft verwezen naar de zitting van de Rechtbank te Almelo.
De Rechtbank heeft, nadat op 25 maart 2008 een plaatsopneming was uitgevoerd, bij vonnis van 23 juli 2008 bezwaar 10 gegrond verklaard, de overige bezwaren ongegrond verklaard en bepaald dat in de lijst der geldelijke regelingen opgenomen dient te worden de aanspraak van [eiser] op een vergoeding van in totaal € 18.600,-- wegens kavelaanvaardingswerken.
Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Landinrichtingscommissie mede door mr. R.T. Wiegerink, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Landinrichtingscommissie begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 november 2009.