ECLI:NL:HR:2009:BJ8305

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00746
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bewijslastverdeling en eigen schuld in civiele zaak

In deze zaak heeft de eiseres, gevestigd te [vestigingsplaats], Edon Groep B.V. en Cogas Noord B.V. gedagvaard voor de rechtbank Zwolle wegens wanprestatie en onrechtmatige daad. De eiseres vorderde een schadevergoeding van ƒ 333.428,07, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, waarna de eiseres in hoger beroep ging bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft in verschillende tussenarresten bewijslevering toegestaan en deskundigenonderzoek bevolen. Uiteindelijk heeft het hof op 6 november 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigd en Edon en Cogas hoofdelijk veroordeeld tot schadevergoeding van € 8.340,11, vermeerderd met wettelijke rente. Tegen dit eindarrest heeft de eiseres cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor de eiseres zijn vastgesteld op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.

Uitspraak

27 november 2009
Eerste Kamer
08/00746
DV/SV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
1. EDON GROEP B.V.,
gevestigd te Zwolle,
2. COGAS NOORD B.V.,
gevestigd te Emmeloord,
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres], Edon en Cogas.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiseres] heeft bij exploten van 22 en 25 juli 1996 Edon, Cogas en Lasbedrijf [A] B.V. (hierna: [A]) gedagvaard voor de rechtbank Zwolle en gevorderd, kort gezegd, Edon uit hoofde van de door haar gepleegde wanprestatie en Cogas en [A] uit hoofde van de door hen gepleegde onrechtmatige daad te veroordelen tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, zijnde het bedrag van ƒ 333.428,07, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 1995, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, en kosten.
Edon, Cogas en [A] hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft, na bij tussenvonnis van 2 april 1997 Edon en Cogas te hebben toegestaan [A] in vrijwaring te doen dagvaarden, bij eindvonnis van 8 juli 1998 de vordering afgewezen.
Tegen dit eindvonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij tussenarrest van 7 maart 2000 heeft het hof in de zaak van [eiseres] en [A] het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigd voor zover tussen hen gewezen. In de zaak van [eiseres] en Edon en Cogas heeft het hof [eiseres] tot bewijslevering toegelaten en iedere verdere beslissing aangehouden.
Het hof heeft bij tussenarresten van 22 januari 2002, 22 juli 2003, 9 december 2003 en 28 december 2004 onder meer het getuigenverhoor heropend en nader deskundigenonderzoek bevolen.
Het hof heeft bij eindarrest van 6 november 2007 het vonnis waarvan beroep vernietigd en Edon uit hoofde van een door haar gepleegde wanprestatie en Cogas uit hoofde van een door haar gepleegde onrechtmatige daad hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade ten bedrage van € 8.340,11, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 juli 1996 tot de dag der algehele voldoening. Voorts heeft het hof [eiseres] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de tussenarresten en het eindarrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Edon en Cogas is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Edon en Cogas begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 november 2009.