ECLI:NL:HR:2009:BJ7922
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot bijtelling privégebruik woning
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X te Z, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 21 mei 2008, nr. 07/00507, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De Inspecteur had na bezwaar de aanslag verminderd, maar het Gerechtshof te Leeuwarden had deze uitspraak vernietigd en de aanslag verder verminderd. De Hoge Raad had eerder de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
Het Hof te Arnhem heeft opnieuw de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissing omtrent de proceskosten. De Hoge Raad heeft de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van ƒ 50.309 en heeft de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het pand van belanghebbende voor 31 procent wordt gebruikt ten behoeve van de onderneming, waardoor het niet als woning kan worden aangemerkt in de zin van artikel 3.19 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Dit heeft gevolgen voor de bijtelling van het privégebruik van de woning. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, met de vaststelling van het belastbaar inkomen.