ECLI:NL:HR:2009:BJ7915
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en de activering van aan aandelen verbonden leveringsrechten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 17 november 2006 een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Leeuwarden heeft bevestigd. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000, opgelegd aan belanghebbende, die een akkerbouwbedrijf exploiteert in maatschap met E. De Rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna het Hof deze uitspraak heeft bekrachtigd. Belanghebbende heeft in cassatie aangevoerd dat het zetmeelquotum, dat aan de aandelen is verbonden, als een zelfstandig vermogensbestanddeel moet worden geactiveerd en dat hij recht heeft op afschrijving op dit recht.
De Hoge Raad oordeelt dat het leveringsrecht, dat voortvloeit uit de statuten van de vennootschap F, niet los van de aandelen kan worden geactiveerd. Het leveringsrecht is immers een recht dat verbonden is aan de aandelen en is medebepalend voor de waarde van deze aandelen. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof dat er geen sprake is van een waardevermindering van de aandelen, en dat de bedrijfswaarde van de aandelen niet onder de kostprijs is gedaald. De Hoge Raad wijst ook de vergelijking van belanghebbende met melk- of suikerquota af, omdat deze quota eigendom zijn van de boeren zelf, terwijl het leveringsrecht aan de aandelen is verbonden.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer P. Lourens als voorzitter, en de overige raadsheren in openbaar uitgesproken op 18 september 2009.