ECLI:NL:HR:2009:BJ7828
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep tegen tussenarrest in civiele procedure
In deze zaak heeft City Theater Venlo B.V. (hierna: City Theater) cassatie ingesteld tegen een tussenarrest van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een civiele procedure waarin City Theater, samen met Aannemingsmaatschappij Amsterdamsch Nieuwbouw en Renovatie B.V. (ANR) en andere partijen, [verweerster] had gedagvaard. De vordering van City Theater was gericht op betaling van een aanzienlijk bedrag, vermeerderd met rente en kosten, en betrof een geschil over een koopovereenkomst en de kosten van asbestsanering.
De rechtbank Haarlem had in een tussenvonnis van 13 december 2006 de vordering van ANR en andere partijen niet-ontvankelijk verklaard en [verweerster] toegelaten tot bewijsvoering. [Verweerster] had vervolgens hoger beroep ingesteld, waarop het hof op 2 december 2008 het tussenvonnis gedeeltelijk vernietigde en City Theater opnieuw toeliet tot bewijsvoering. City Theater heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.
In cassatie heeft [verweerster] primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van City Theater in haar cassatieberoep, terwijl City Theater concludeerde tot referte. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft in haar conclusie ook tot niet-ontvankelijkheid geadviseerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat City Theater niet-ontvankelijk is in haar cassatieberoep, omdat het beroep tegen een tussenarrest slechts tegelijk met dat van het eindarrest kan worden ingesteld, zoals bepaald in artikel 401a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad heeft City Theater bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.