ECLI:NL:HR:2009:BJ7537
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoeker in cassatie inzake verhoging beslagvrije voet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van verzoeker tegen de beslissing van de rechtbank Middelburg, die hem op 20 april 2009 niet-ontvankelijk verklaarde in zijn beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris. De rechter-commissaris had op 9 april 2009 bepaald dat het vrij te laten bedrag van verzoeker € 1.556,32 bedraagt, en dat hij een bedrag van € 666,26 van zijn jaarlijks te ontvangen vakantiegeld kan behouden. Verzoeker had verzocht om met terugwerkende kracht rekening te houden met de premie van de ziektekostenverzekering van hem en zijn echtgenote in het vrij te laten bedrag. De rechtbank oordeelde dat het hoger beroep zich richtte tegen een beslissing van de rechter-commissaris, waartegen geen hoger beroep openstaat volgens artikel 315 lid 2 van de Faillissementswet.
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk was. De Hoge Raad stelt vast dat verzoeker in zijn brief van 24 februari 2009 specifiek verzocht om rekening te houden met de premie van de ziektekostenverzekering, wat betrekking heeft op de hoogte van het bedrag van de beslagvrije voet. Dit verzoek valt onder de bevoegdheid van de rechter-commissaris op basis van artikel 317 van de Faillissementswet. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en verwijst de zaak terug naar de rechtbank Middelburg voor verdere behandeling en beslissing.