ECLI:NL:HR:2009:BJ7314

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00297
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verplichting deelname medisch specialist aan pensioenfonds

In deze zaak gaat het om een geschil over de verplichting van een medisch specialist om deel te nemen aan een pensioenfonds. De eiser, een medisch specialist, heeft de Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch. Hij vorderde zowel primair als subsidiair te worden verklaard als goed opposant en ontheffing van de verplichtingen die voortvloeien uit een dwangbevel dat door de Stichting was uitgevaardigd. De rechtbank heeft op 11 augustus 2005 de eiser tot goed opposant verklaard en hem ontheven van de verplichtingen uit het dwangbevel. De Stichting heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 25 september 2007 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de eiser tot kwaad opposant heeft verklaard.

Tegen dit arrest heeft de eiser cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Stichting zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 23 oktober 2009.

Uitspraak

23 oktober 2009
Eerste Kamer
08/00297
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. L.A. van der Niet,
t e g e n
STICHTING PENSIOENFONDS MEDISCHE SPECIALISTEN,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. C.J.J.C. van Nispen, thans mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Stichting.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 2 november 2004 de Stichting gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, en gevorderd, kort gezegd, zowel primair als subsidiair [eiser] als goed opposant te verklaren en [eiser] te ontheffen uit de verplichtingen voortvloeiend uit het door de Stichting te zijner laste op 28 september 2004 uitgevaardigde dwangbevel, bij deurwaardersexploot op 5 oktober 2004 aan [eiser] betekend.
De Stichting heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 11 augustus 2005 [eiser] tot goed opposant verklaard en [eiser] ontheven van de verplichtingen uit voormeld dwangbevel.
Tegen dit vonnis heeft de Stichting hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 25 september 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzet van [eiser] tegen het dwangbevel ongegrond verklaard en [eiser] tot kwaad opposant verklaard.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Stichting heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 oktober 2009.