ECLI:NL:HR:2009:BJ7246
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie in strafzaak tegen verdachte met betrekking tot fotoconfrontaties en verklaring over gouden tanden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren in 1980 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring 'Bon Futuro' op Curaçao, had beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak. De advocaat van de verdachte, mr. G. Spong, had middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest waren gehecht.
De zaak draaide om de vraag of het Hof bij de verwerping van het verweer betreffende de fotoconfrontaties terecht had geoordeeld. De verdachte had in hoger beroep verklaard dat het geopend houden van zijn lippen, waardoor zijn gouden tanden zichtbaar waren, zijn 'stijl' was. Echter, deze verklaring was niet opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting, wat leidde tot de klacht dat het Hof deze verklaring ten onrechte had meegenomen in zijn overwegingen.
De Hoge Raad heeft op basis van artikel 83 RO inlichtingen ingewonnen bij de voorzitter van het Hof, die bevestigde dat er een kennelijke misslag was opgetreden. De Hoge Raad heeft het proces-verbaal met verbetering van deze misslag gelezen, waardoor het middel feitelijke grondslag mist en faalt. De Hoge Raad heeft ook vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van elf jaren en elf maanden naar elf jaren en vijf maanden. De uitspraak van de Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en verwerpt het beroep voor het overige.