ECLI:NL:HR:2009:BJ7003
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Duurzame ontwrichting huwelijk en partneralimentatie in cassatie
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de vraag of er sprake is van duurzame ontwrichting van het huwelijk en of de vrouw misbruik van recht pleegt door partneralimentatie te vorderen. De man heeft op 13 maart 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Amsterdam om echtscheiding uit te spreken en om te bepalen dat de vrouw hem een bijdrage van € 3.500,-- per maand in zijn levensonderhoud zou betalen. De vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om het verzoek tot echtscheiding toe te wijzen, maar het verzoek tot een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de man af te wijzen. De rechtbank heeft op 10 januari 2007 de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de vrouw € 1.922,-- per maand aan de man zal betalen als uitkering tot zijn levensonderhoud, te rekenen vanaf de inschrijving van de uitspraak.
De vrouw heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waarin zij verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, of in ieder geval om de uitkering tot levensonderhoud op nihil te stellen of op een lager bedrag te bepalen. De man heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Het hof heeft op 20 december 2007 de uitkering tot levensonderhoud van de man vastgesteld op € 1.590,-- per maand en de beschikking van de rechtbank in zoverre vernietigd. Het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten in de cassatieprocedure beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de beslissing van het hof bevestigd en het cassatieberoep verworpen. De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en openbaar uitgesproken door E.J. Numann op 23 oktober 2009.