ECLI:NL:HR:2009:BJ6942
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 15 oktober 2007, met nummer 21/001819-07. De verdachte, geboren in 1978 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. M.W.G.J. IJsseldijk. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 3 november 2009, onder nummer 08/01283, de middelen beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft volgens artikel 81 RO geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met raadsheren J.P. Balkema en B.C. Savornin Lohman, en is uitgesproken in aanwezigheid van waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.