ECLI:NL:HR:2009:BJ6931
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Bewijsklacht opzet op medeplichtigheid hennepteelt
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1957, was in hoger beroep veroordeeld voor medeplichtigheid aan hennepteelt. Het Gerechtshof had vastgesteld dat onbekend gebleven personen in de periode van 27 juni 2005 tot en met 22 augustus 2005 in een pand aan de [a-straat 1] te [plaats] hennepplanten en hennepstekken teelden. De verdachte had opzettelijk gelegenheid en middelen verschaft door het pand ter beschikking te stellen aan deze personen. De advocaat-generaal Vellinga had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof.
De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van opzet op medeplichtigheid aan hennepteelt niet voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad stelde vast dat de bewezenverklaring steunde op verschillende bewijsmiddelen, waaronder proces-verbalen van politie en verklaringen van betrokkenen. De verdachte had het pand gehuurd en vervolgens onderverhuurd aan onbekenden, zonder toezicht te houden op hun activiteiten. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat in het pand een hennepkwekerij zou worden opgezet.
Echter, de Hoge Raad vond dat de bewezenverklaring niet zonder meer kon worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverweging. De uitspraak van het Gerechtshof was niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Daarom vernietigde de Hoge Raad de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.