ECLI:NL:HR:2009:BJ6525
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake strafzaak verdachte
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 8 mei 2008, in de strafzaak tegen een verdachte die op dat moment gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting te Tilburg. De verdachte, geboren in 1973, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur met het cassatiemiddel is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad in zijn arrest heeft bevestigd.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen, wat betekent dat het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft.
Het arrest is uitgesproken op 1 september 2009 door de vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.P. Balkema en B.C. de Savornin Lohman, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart. Dit arrest vormt een belangrijke uitspraak in het strafrecht, waarbij de Hoge Raad zijn rol als hoogste rechter in cassatie vervult.