ECLI:NL:HR:2009:BJ6017
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over tekortkoming in nakoming en beoordeling van subsidiaire grondslag van vordering
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, hebben [eiser] c.s. cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een geschil over een geldlening en de uitvoering van een last tot aankoop van goud. [Eiser] c.s. hebben [verweerder] c.s. gedagvaard voor de rechtbank Alkmaar, waarbij zij vorderingen hebben ingesteld die onder andere betrekking hebben op niet afgeloste geldleningen en teveel betaalde declaraties. De rechtbank heeft in een eindvonnis [verweerder] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag, maar [verweerder] c.s. hebben hoger beroep ingesteld. Het hof heeft in zijn arrest van 17 april 2008 de vorderingen van [eiser] c.s. afgewezen, met uitzondering van een deel van de schadevergoeding. In cassatie is de vraag aan de orde of het hof heeft nagelaten de subsidiaire grondslag van de vordering te beoordelen, nadat het bewijs van de primaire grondslag niet was geleverd. De Hoge Raad oordeelt dat het hof inderdaad essentiële stellingen van [eiser] c.s. heeft genegeerd en dat het hof had moeten ingaan op de subsidiaire grondslag van de vordering. De Hoge Raad vernietigt de arresten van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens worden de kosten van het geding in cassatie aan [verweerder] c.s. opgelegd.