ECLI:NL:HR:2009:BJ5159
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en bewijsvoering inzake royaltybetalingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 augustus 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft douanerechten die aan belanghebbende, een onderneming die wereldwijd schoenen verkoopt, waren opgelegd. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een uitnodiging tot betaling van douanerechten, welke door de Inspecteur was afgewezen. Het Hof had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitnodigingen tot betaling vernietigd.
De kern van het geschil was of de Inspecteur terecht de douanewaarde had verhoogd met de royalty's die belanghebbende aan haar moedermaatschappij, I Inc., had betaald. De Inspecteur stelde dat deze royalty's niet in de douanewaarde waren opgenomen, wat leidde tot een hogere heffing van douanerechten. Het Hof had de Inspecteur in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat de fabrikanten van de schoenen verbonden waren met I Inc., maar belanghebbende had geweigerd om de gevraagde contracten over te leggen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de bewijslast niet ten onrechte bij de Inspecteur had gelegd, en dat de weigering van belanghebbende om de contracten te overleggen niet had geleid tot een omkering van de bewijslast. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, waarmee de uitspraak van het Hof in stand bleef. Dit arrest benadrukt de verplichtingen van partijen in belastingzaken om relevante informatie te verstrekken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.