ECLI:NL:HR:2009:BJ5158
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Vermindering van boete wegens overschrijding van de redelijke termijn in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 augustus 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998, waarbij een boete van ƒ 2605 (€ 1182,10) was opgelegd. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de boetebeschikking, heeft de Inspecteur deze handhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof en die van de Inspecteur vernietigd, maar enkel voor zover deze betrekking hebben op de boete. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Aangezien er meer dan vier jaar zijn verstreken sinds het indienen van het beroep in cassatie op 21 maart 2005, heeft de Hoge Raad besloten de boete te verminderen tot € 800.
De Hoge Raad heeft verder geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2009.