ECLI:NL:HR:2009:BJ5039
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en de rol van de Europese Commissie bij navordering
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een uitnodiging tot betaling van douanerechten aan X B.V. naar aanleiding van een aangifte voor het vrije verkeer van ruwe rietsuiker, waarbij de Nederlandse Antillen als land van oorsprong werd opgegeven. De Inspecteur had de uitnodiging tot betaling vastgesteld na een onderzoek waaruit bleek dat de EUR.1-certificaten ten onrechte waren afgegeven. Het Hof had de uitnodiging tot betaling vernietigd, maar de Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet had mogen besluiten zonder de zaak voor te leggen aan de Europese Commissie, zoals vereist door artikel 871 van de UCDW. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof, waarbij de zaak wordt terugverwezen naar de Inspecteur om opnieuw uitspraak te doen op het bezwaarschrift van belanghebbende. De Hoge Raad benadrukt het belang van een uniforme toepassing van het gemeenschapsrecht en de rol van de nationale rechter in dit proces.