ECLI:NL:HR:2009:BJ3717
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Profijtontneming en schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene, die was veroordeeld voor handel in verdovende middelen en deelneming aan een criminele organisatie. Het Hof had vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel minimaal € 323.751,50 bedroeg, dat verdeeld werd onder de leden van de organisatie. De betrokkene, die bekend stond als de 'probleemoplosser' binnen de organisatie, had een significante rol gespeeld en het Hof oordeelde dat hij recht had op 10% van het totale voordeel, wat resulteerde in een schatting van € 6.937,53. De betrokkene had beroep in cassatie ingesteld tegen deze schatting, waarbij hij stelde dat de berekening van de Officier van Justitie onjuist was, met name het vermelde bedrag van € 7.500 dat op een rekenfout zou steunen. De Hoge Raad oordeelde echter dat de uitleg van het Hof niet onbegrijpelijk was en dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel toereikend gemotiveerd was. Het beroep werd verworpen, waarmee de beslissing van het Hof in stand bleef.