ECLI:NL:HR:2009:BJ3710

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02990
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest in cassatie wegens administratieve vergissing met betrekking tot tijdige indiening schriftuur

In deze zaak gaat het om een herstelarrest van de Hoge Raad der Nederlanden, gewezen op 8 september 2009, in het kader van een cassatieprocedure. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 23 juni 2008 was gewezen. De verdachte, geboren in 1976, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland ten tijde van de betekening van de aanzegging. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage. De schriftuur met middelen van cassatie was tijdig ingediend, maar door een administratieve vergissing was dit niet onder de aandacht van de Hoge Raad gekomen. Hierdoor was de verdachte bij arrest van 2 juni 2009 niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.

De Hoge Raad heeft in dit herstelarrest de eerdere beslissing ingetrokken en vastgesteld dat de schriftuur inderdaad tijdig was ingekomen. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld, maar deze konden niet tot cassatie leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de middelen geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, en werd uitgesproken in aanwezigheid van waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.

Uitspraak

8 september 2009
Strafkamer
Nr. 08/02990
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 juni 2008, nummer 22/003942-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Als gevolg van een administratieve vergissing is niet onder de aandacht van de Hoge Raad gekomen dat de hiervoor onder 1 genoemde schriftuur tijdig was ingekomen. Als gevolg daarvan is de verdachte bij arrest van 2 juni 2009 niet-ontvankelijk verklaard in het beroep. De Hoge Raad zal dit arrest intrekken.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
trekt in zijn voormelde arrest van 2 juni 2009;
verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 8 september 2009.