ECLI:NL:HR:2009:BJ3708
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake inbeslaggenomen voorwerpen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op voorwerpen die in beslag zijn genomen. De beschikking is gegeven op 22 juli 2008, met nummer AVNR 277-08. De belanghebbende, geboren in 1950 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn raadsman, mr. Th.J.H.M. Linssen, advocaat te Tilburg. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan de beschikking zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak in raadkamer beoordeeld. De middelen die door de belanghebbende zijn ingediend, kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 13 oktober 2009 heeft de Hoge Raad de beschikking uitgesproken. De beslissing is genomen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven. De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de beschikking van het Gerechtshof in stand blijft.