ECLI:NL:HR:2009:BJ3229
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de bewijsvoering in een diefstalzaak met betrekking tot een bibliotheekpas en creditcard
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1974, was in hoger beroep veroordeeld voor diefstal uit een woning, waarbij onder andere een bibliotheekpas en een creditcard van het slachtoffer waren weggenomen. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het feit niet zonder meer kon worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.E.H. Jager. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de beslissing over de tenlastelegging en de strafoplegging, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring, die stelde dat de verdachte de bibliotheekpas en creditcard uit de woning had weggenomen, niet voldoende was onderbouwd. De inhoud van de bewijsmiddelen bood geen sluitende basis voor de bewezenverklaring. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken en de noodzaak dat de rechterlijke uitspraken voldoen aan de eisen van de wet, met voldoende onderbouwing van de bewezenverklaring. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat andere onderdelen van de uitspraak in stand blijven.