ECLI:NL:HR:2009:BJ2012
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof inzake BPM bij in het buitenland gekochte gebruikte personenauto's
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende had op 28 januari 2003 een bedrag aan BPM voldaan voor een in Duitsland gekochte gebruikte personenauto. Na afwijzing van zijn bezwaar door de Inspecteur, heeft het Gerechtshof te Leeuwarden het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende de BPM had berekend op basis van de netto catalogusprijs, met inachtneming van een vermindering volgens de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte het standpunt van de belanghebbende verwierp, dat bij de waardebepaling van de auto de inruilwaarde als uitgangspunt genomen moest worden. De Hoge Raad stelde vast dat artikel 90 EG zich verzet tegen een belastingheffing waarbij een ingevoerde gebruikte auto onderworpen kan worden aan een hogere belasting dan een reeds in Nederland geregistreerde auto van gelijke waarde.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en werd de Staat aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. Dit arrest is van belang voor de wijze waarop BPM wordt berekend voor in het buitenland gekochte gebruikte voertuigen.