ECLI:NL:HR:2009:BJ2003
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de niet-betrokkenheid van een brief in de beoordeling door het Hof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende aanslagen in de waterschapsomslag van het waterschap Rivierenland voor het jaar 2002. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen, maar het Hof had het beroep ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof. Tijdens de behandeling van de zaak bij het Hof op 22 april 2005 was de belanghebbende niet verschenen, maar de heffingsambtenaar had een pleitnota overgelegd. Na de zitting heeft het Hof schriftelijke inlichtingen ingewonnen bij de heffingsambtenaar, maar de brief van de belanghebbende van 18 mei 2005, waarin hij op de pleitnota reageerde, werd niet in de beoordeling betrokken.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de brief van de belanghebbende ten onrechte niet had meegenomen in zijn beoordeling. Dit leidde tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof ondeugdelijk was, omdat het Hof geen rekening had gehouden met relevante informatie die door de belanghebbende was aangeleverd. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling. Tevens werd het waterschap Rivierenland gelast om het griffierecht van € 105 aan de belanghebbende te vergoeden. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.